Vorig jaar zijn op de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) zo’n 121.000 sportblessures behandeld. Het grootste deel van de blessures trad op tijdens (veld)voetbal. Opvallend is dat blessures tijdens het bewegingsonderwijs op plaats twee stonden.
Het aantal sportblessures dat op de SEH-afdeling wordt behandeld is in de periode 2000-2016 met zo’n 30 procent afgenomen. In 2000 kwamen er nog ruim 170.000 sporters met een blessure op de SEH-afdeling. Sinds 2012 daalt het aantal SEH-behandelingen door sport licht.
In 2016 was de helft van de geblesseerde sporters op de SEH-afdeling tussen 9 en 19 jaar oud. De gemiddelde leeftijd van de sporters was 23 jaar. Bijna twee derde van de geblesseerde sporters was een man.
De meest voorkomende blessures op de SEH-afdeling in 2016 was een polsbreuk, ruim één op de tien. Ook een fractuur van de hand of één of meerdere vingers kwam vaak voor, net als enkeldistorsies.
De top tien van blessures op de SEH ziet er als volgt uit:
|
Aantal |
% |
1. Veldvoetbal |
35.800 |
30 |
2. Bewegingsonderwijs |
13.500 |
11 |
3. Paardensport |
7.700 |
6 |
4. Hockey |
6.400 |
5 |
5. Wielrennen |
4.700 |
4 |
6. Zwemmen |
3.900 |
3 |
7. Vechtsport (incl. boksen) |
3.700 |
3 |
8. Motor-/autosport/karten |
3.000 |
2 |
9. Mountainbiken |
2.800 |
2 |
10. Volleybal |
2.600 |
2 |
Bron: Letsel Informatie Systeem (LIS) 2016, VeiligheidNL