Er wordt onderscheid gemaakt in valrisicobeoordeling en valpreventieve beweeginterventie. Bij de valrisicobeoordeling wordt aan de hand van een uitgebreide vragenlijst bekeken welke factoren de oorzaak kunnen zijn van het hoge valrisico. Daarna wordt er gelijk een advies op maat gegeven over eventueel te nemen vervolgacties. Dit advies kan bestaan uit verschillende maatregelen, zoals een controle op bijwerkingen van bepaalde medicijnen, een oogtest of een valpreventieve beweeginterventie. Na twee à drie maanden kan een evaluatiemoment volgen om te kijken of het advies is opgevolgd. Voor deze zorg geldt een maximumtarief.
Valpreventieve beweeginterventies kunnen plaatsvinden in zowel het sociaal domein (vanuit de gemeente) als in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De prestaties die de NZa vaststelt, gelden alleen als de zorg valt onder de Zvw. Een fysiotherapeut of oefentherapeut begeleidt de beweeginterventie die bestaat uit een intake gevolgd door een trainingsprogramma. Voor deze zorg geldt een vrij tarief.