Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Versterk jezelf

Kees Bals
Als je in een bedrijf werkt, heb je een leidinggevende of wellicht een personeelsfunctionaris die met je meedenkt. Als eenpitter met een eigen praktijk is er meestal niemand die je een spiegel voorhoudt. En die je adviseert hoe het beter kan. Maar dat kun je ook zelf doen.
Tinka van Vuuren

Tinka van Vuuren was tot eind vorige maand hoogleraar Vitaliteitsmanagement aan de Open Universiteit. Zij zoekt naar manieren waarop mensen goed en met plezier hun werk kunnen blijven doen. Daarbij gebruikt ze het begrip amplitie. Dat komt van het Latijnse woord amplio. Het betekent versterken, vergroten, vermeerderen. Ze geeft vijf tips aan personeelswerkers en leidinggevenden hoe je medewerkers kunt versterken. Die tips kun je ook naar jezelf vertalen. Om zo jezelf een spiegel voor te houden, en uiteindelijk jezelf te versterken. Word je eigen leidinggevende.

1. Aandacht voor positiviteit

Wat zijn de positieve kanten van je werk? Kijk niet alleen naar wat er niet goed gaat. Wat ging er nu wél goed, waar ben je trots op of waar word je blij van? Als het werkt te veel dreigt te worden, kun je in een negatieve spiraal terecht komen. Houd daarom altijd aandacht voor het mooie van het werk.

2. Meer motivatie en vakbekwaamheid

Jouw werk heeft betekenis voor je cliënten. Voor veel pedicures is dat de belangrijkste motivatie. Dat maakt het belangrijk dat je je vakbekwaamheid op niveau houdt. Van Vuuren heeft daar onderzoek naar gedaan. Ze ziet dat korte opleidingen het meeste effect hebben. Mensen die dat doen zijn minder ziek en meer gemotiveerd.

3. Onderdeel van het werk

Maak ‘vitaliteit’ onderdeel van je werk. Plan bijvoorbeeld één uur per maand in om daar mee bezig te zijn. Doe dat in je ‘werktijd’. Ga dan bijvoorbeeld na wat je wilt bijleren en welke cursussen daarvoor zijn. Of maak in dat uur een afspraak met een collega-pedicure en stel elkaar vragen: Hoe gaat het? Waar word je blij van? Waar loop je tegenaan? Wat heb je nodig? Wat wil je nog leren?

4. Het tweesporenbeleid

Jij en je praktijk lijken één ding. Maar haal ze uit elkaar. Kijk naar je praktijk als directeur, niet als werknemer. Heeft je werknemer een te hoge werkdruk? Wat kun jij als directeur daaraan doen? Kun je de praktijk bijvoorbeeld meer specialiseren op het werk dat het meest voldoening geeft? Of op werk dat je werknemer goed afgaat? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden van je werknemer? Moet er bijvoorbeeld een nieuwe behandelstoel komen? Of een andere behandelruimte? Mist je werknemer iemand om af en toe mee te sparren? Kun je zo iemand vinden voor je werknemer?

5. Eigen regie en bewustwording

Als kleine zelfstandige heb je ‘eigen regie’. Maar neem je het ook altijd? Ben je voor je gevoel voldoende baas over je eigen werk? Van Vuuren geeft aan dat daar een paar dingen voor nodig zijn. Zorg voor een gezonde leefstijl. Zorg dat je jezelf blijft ontwikkelen: in je vak, als ondernemer en als mens. En stel jezelf vragen (of doe dat met collega’s) zoals: wat wil je de komende vijf jaren? En: loop eens dag(deel) mee met een collega. Dat kan je de ogen openen voor je blinde vlekken, of je juist bevestigen in wat je goed doet.