Bij jongvolwassenen kan een genetisch verhoogd risico op Alzheimer al leiden tot beperkingen in de hersenen. Een internationaal onderzoeksteam, waar de Radboud Universiteit in Nijmegen ook deel van uitmaakte, heeft dit aangetoond. De beperkingen komen voor in een hersengebied dat bekend staat als de ‘GPS’ van het brein. Dit hersengebied wordt de entorhinale cortex genoemd en speelt een rol bij navigatie.
De oorzaak van Alzheimer ligt in een combinatie van factoren, maar een belangrijke risicofactor is een verandering in het gen voor het APOE eiwit: één op de zes personen draagt deze veranderde versie en heeft daarmee een verdrievoudigt risico voor de ziekte van Alzheimer. De onderzoekers onderzochten jonge mensen met en zonder dit risico-gen.
“Mensen met het risico-gen bleken minder stabiele activiteit in de entorhinale cortex te hebben, zelfs decennia voordat er mogelijk sprake is van dementie door de ziekte van Alzheimer,” zegt onderzoeker Tobias Navarro Schröder van het Donders Instituut van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij voegt toe: “Tegelijkertijd was bij deze mensen de activiteit in het geheugensysteem verhoogd. We denken dat het brein op deze manier de minder stabiele activiteit in de entorhinale cortex probeert te compenseren.” Op de lange termijn zou dit kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer.
Onderzoeksleider Christian Doeller concludeerde: “Deze studie draagt bij aan een beter begrip van de vroege veranderingen tijdens het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Nu moeten we gaan bekijken of vergelijkbare veranderingen ook optreden in ouderen met beginselen van de ziekte, en of dit met medicatie te verhelpen is.”
Bron: Radboud Universiteit