De onderzoekers keken naar 240 mensen die voor het eerst bij een multidisciplinair voetteam kwamen en evalueerden het gebruik van de middelen van de kliniek. Dit inclusief de vereiste onderzoeken en specialisten die over een periode van 6 maanden werden gezien.
De gemiddelde leeftijd was 64 jaar, 63 procent van de patiënten was man, 72 procent had diabetes type 2 en 16 procent diabetes type 1. Van de patiënten had 15 procent eerder een amputatie ondergaan en 40 procent had eerder last van een zweer. Vaak voorkomende klachten waren ulcera (62 procent), botinfectie (osteomyelitis, 11 procent), Charcot-voet (19 procent), voetischemie (17 procent) en postoperatieve wonden (13 procent). Bij de eerste behandeling had 79 procent van de patiënten gespecialiseerde diensten nodig, waaronder een diabetoloog (45 procent), gewrichtsvaatonderzoek (23 procent), gewrichtsorthopedie (8 procent), dermatoloog (2 procent) en orthesen (1 procent).
Behandelingen
In de kliniek waren enkele bijzondere behandelingen nodig. In totaal had 4 procent van de patiënten complex debridement (wondreiniging) nodig, 0,4 procent een totale nagelexcisie, 0,8 procent een pusdrainage, 3 procent gipsgerelateerde procedures en 1 procent een vacuümgeassisteerd verband. Van de patiënten werd 4 procent opgenomen in het ziekenhuis. Van hen had 38 procent behoefte aan vasculaire duplexonderzoeken, 7 procent kreeg een diepe veneuze trombosescan, 16 procent had een MRI en 5 procent een botscan nodig.
De onderzoekers concluderen na deze inventarisatie dat een functionele multidisciplinaire voetkliniek voor mensen met diabetes aanzienlijke middelen vereist, zowel klinisch als administratief. Alleen dan kan er snel onderzoek worden gedaan en blijft het percentage van patiënten die geamputeerd moeten worden of vaatchirurgie nodig hebben laag. Het regelmatig beoordelen van het gebruik van de hulpbronnen helpt daarnaast bij de planning in de kliniek en van het behandeltraject.
Bron: Journal of Wound Care