De 35 deelnemers werden in twee groepen verdeeld. De ene groep voerde acht weken lang oefeningen uit onder begeleiding van een fysiotherapeut en de andere groep deed de oefentherapie thuis, zonder toezicht, waarbij een dagboek werd bijgehouden. De oefeningen bestonden onder meer uit het stretchen van teen en voet met de hand en met een elastische band, balanceren en bewegingen maken met teen en voet. Er werd bij het vergelijken van de resultaten gekeken naar afname van de adductiehoek, de pijn bij het lopen, kwaliteit van leven, angst voor pijn en functionaliteit.
De personen die het progressieve trainingsprogramma bij een fysiotherapeut volgden, boekten betere resultaten dan de groep die zelfstandig thuis oefeningen deed. De thuisoefeningen blijken wel voor verbetering te zorgen en kunnen volgens onderzoekers dus prima als een alternatief worden aangeboden.