Een nieuwe cliënt belde mij voor een afspraak en vroeg of ik bang was voor honden. Natuurlijk niet, antwoordde ik spontaan. We planden een afspraak in en drie weken later belde ik aan bij de voordeur van een huis dat, zo te zien, een flinke poetsbeurt kon gebruiken. Op het raam waren twee verweerde stickers van een vechthond geplakt. Eén met de tekst: ‘Hier waak ik’ en op een andere stond: ‘Ik bijt niet, ik verscheur’.
Een man gekleed in jeans met vlekken, verwassen T-shirt, woeste baard, paardenstaart en oorbel deed open, hij liep met een stok. De hond blafte gevaarlijk en moest met veel kracht in het gareel worden gehouden. Nou ben ik een dierenvriend, maar de aanblik van het geheel bezorgde mij de koude rillingen, weglopen was echter geen optie dus dan maar voorzichtig een hand geven (dat mocht toen nog) en naar binnen.
‘Dacia, in je mand’
De hond, met een naam die ik nog nooit had gehoord, maar wat klonk als Dacia, was nog jong. De man vertelde dat de hond ADHD had en dat ik het dier eerst een hondenkoekje moest geven zodat ik als gast geaccepteerd zou worden. Binnen een mum van tijd lag mijn koffer op één kant en begon de hond met zijn neus in mijn tas te graven. Ik pakte voorzichtig de spullen uit, waarbij ik enig oogcontact met de hond zoveel mogelijk vermeed. Zo goed en zo kwaad als het kon, begon ik aan de pedicurebehandeling. Gedurende de behandeling gooide de hond telkens zijn bal boven op de instrumentenkoffer of tegen mijn witte broek, die al snel een aantal parmantig ronde vegen vertoonde.
Ondanks dat de cliënt ‘Dacia doe niet’, ‘Laat! Dacia’ of ‘Dacia, ga in je mand’ brulde, bleef de hond stoïcijns doorgaan. Toen de hond zich in de buurt van het baasje begaf mepte deze met zijn vlakke hand op zijn kop. Hierop gromde de hond langdurig zijn tanden bloot om uiteindelijk af te druipen naar zijn waterbak. Er was duidelijk sprake van een baas die geen grip op zijn hond had. Ik wist niet hoe snel ik de behandeling moest afronden en maakte dat ik wegkwam.
Lood in mijn schoenen
Met lood in mijn schoenen ben ik nog tweemaal geweest, zonder dat er ook maar enig teken van gehoorzaamheid bij de hond te bespeuren was. Telkens als er een nieuw bezoek in de agenda stond sliep ik de nacht ervoor amper. Kwalijke zaak vond ik zelf, dus de laatste keer heb ik op een, voor hem en mijzelf zo elegant mogelijke manier, afscheid genomen door te zeggen dat ik ging afbouwen met mijn praktijk.
Ik had de man natuurlijk kunnen vragen of de hond apart kon worden gezet tijdens het behandelen, maar dit exemplaar leek mij in staat om zelfstandig deuren te openen. Niet zo fraai dus, ik geef het toe, dit leugentje om lijfsbehoud. Maar kijkend naar de ingepakte handen van mijn cliënt heb ik hier nog steeds geen spijt van.