Patiëntgegevens van 2006-2016 vanuit drie verschillende registers werden onderzocht: het nationale patiëntenregister, een medicijnregister en een diabetesregister. In totaal 3.449 proefpersonen met diabetes en CV kwamen daaruit, van wie 62,1 procent diabetes type 2 had. Mensen met diabetes type 1 hadden zo’n 13,4 tot 33,1 jaar diabetes voordat de charcotvoet ontstond, bij mensen met type 2 was dit zo’n 9,5-14,6 jaar.
Tussen 2006 en 2016 varieerde het aantal nieuwe CV-gevallen van 228 tot 287 per jaar zonder duidelijk patroon (67–92 voor personen met type 1 en 113–180 voor proefpersonen met diabetes type 2). Een charcotvoet kwam voor bij tussen de 6,4 en 9,5 per 10.000 personen met diabetes (12,1–17,6 voor type 1 en 5,6–7,9 voor type 2-diabetes).
Er is een toename te zien als het gaat om hoe vaak een charcotvoet voorkomt: dit steeg van
0,55 procent in 2006 naar 0,79 procent in 2016. Voor beide typen werd een toename waargenomen met diabetes type 1 (van 1,06 tot 1,97%) en proefpersonen met diabetes type 2 (van 0,42 tot 0,60%).
Bron: Diabetes Care