Bij alzheimer bestaat al lang het vermoeden dat veranderingen in de doorbloeding van de hersenen over de tijd een rol spelen bij het ziektebeloop. Wereldwijd zijn enkele studies uitgevoerd, die dat niet eenduidig aantonen. Onderzoekers van het Radboudumc hebben vijf vergelijkbare studies bij elkaar genomen en deze grotere gecombineerde dataset geanalyseerd. ‘We zien in onze analyse nu wel een duidelijk verband tussen de afname in de hersendoorbloeding en de achteruitgang van hersenfuncties’, vertelt promovendus Ralf Weijs. ‘Bij gezonde mensen gaat de doorbloeding achteruit naarmate we ouder worden, ongeveer 0,1 tot 0,5 procent per jaar. Bij patiënten met alzheimer zien we echter een drie tot tien keer sterkere afname. Daarnaast blijkt uit geheugentesten dat er een verband is met de afname van cognitieve functies.’
De onderzoekers sluiten uit dat de afname in doorbloeding een algemeen proces is, dat bij iedereen in dezelfde mate aanwezig is. Zij denken daarom dat eerst de hersenschade ontstaat, door bijvoorbeeld de voor alzheimer typerende eiwitstapeling in hersencellen. Die schade leidt dan tot een afname van de doorbloeding.
Nieuwe aanknopingspunten
De verminderde hersendoorbloeding bij alzheimer geeft nieuwe aanknopingspunten voor behandeling. Onderzoeker Dick Thijssen: ‘We weten dat leefstijlfactoren een grote invloed hebben op de gezondheid van onze bloedvaten. Zo hebben roken, een hoge bloeddruk en weinig beweging een negatief effect. Dat zijn ook bekende risicofactoren voor alzheimer. Ik denk niet dat we de ziekte kunnen voorkomen, maar we gaan wel onderzoeken of bijvoorbeeld beweging de doorbloeding kan verbeteren en daarmee de ziekte kan afremmen.’
Bron: Radboudumc