In een artikel in deze uitgave wordt gezegd dat er binnen de pedicurebranche weinig aandacht is voor duurzaam werken. Daar ben ik zelf niet zo van overtuigd. Ik hoor genoeg pedicures die nadenken over hoe ze hun steentje kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld. Al dan niet ingegeven door de coronacrisis, die voor sommigen een wake-upcall is geweest. Dat we niet op dezelfde voet verder kunnen met ons leefpatroon, grondstoffengebruik en de omgang met elkaar. Tegelijkertijd zie je ook dat steeds meer cliënten vragen om duurzame voetverzorgingsproducten. Of ze gaan nog een stapje verder en kiezen bewust voor bedrijven die zich als duurzaam profileren. Bij banken zie je de ontwikkeling dat zij bij het verstrekken van leningen steeds meer gaan letten op hoe duurzaam een bedrijf is. Dit zijn allemaal signalen dat duurzaamheid ook voor onze branche steeds belangrijker wordt.

Wat voor onze branche een lastig punt is, is de spagaat waarin je terechtkomt als je de hygiënevoorschriften volgt. De regels schrijven het gebruik van disposables voor, terwijl je vanuit een duurzaamheidsperspectief eigenlijk zo min mogelijk wegwerpproducten wilt kopen. Laat ik vooropstellen: het volgen van de hygiënevoorschriften staat buiten kijf. Maar wat doe je dan? Hierover leven veel vragen onder pedicures. Wat kun je zelf doen in de praktijk? Je kunt kleine stappen nemen of je kunt het groots aanpakken, waarbij je je hele bedrijfsvoering, producten, onderkomen en werkwijze onder de loep neemt. Beide varianten zijn binnen de pedicurebranche te vinden en alle kleine stappen dragen bij. Als je het wat grootser aanpakken wil, dan zijn er ook mogelijkheden om in aanmerking te komen voor subsidieregelingen of andere financiële voordelen. Daar gaan we in deze uitgave ook kort op in. En hoe zit het met het aanbod vanuit groothandels? Kiezen zij ook steeds meer voor fabrikanten die duurzame producten leveren? Je leest het allemaal in deze uitgave.

Maureen Limpens, hoofdredacteur

m.limpens@bsl.nl