Mensen met een lager inkomen krijgen minder vaak een tumor-gerichte behandeling. Dat zijn behandelingen gericht op de tumor of uitzaaiingen. Ze hebben als doel genezing, het stoppen van tumorgroei of levensverlenging. Zie bijvoorbeeld immuuntherapie bij een uitgezaaide melanoom: bijna zeven van de tien rijkere patiënten krijgt die therapie. Bij de armere patiënten is dat maar vijf van de tien. Een vergelijkbaar verschil is te zien bij de behandeling van uitgezaaide dikkedarmkanker. Die kanker kun je afremmen met chemotherapie, soms samen met een doelgericht medicijn. In de hogere inkomensgroep krijgen meer dan vijf van de tien patiënten die behandeling. In de lagere inkomensgroep is dat vier van de tien. Patiënten uit hogere inkomensgroepen krijgen ook vaker onderzoek om mutaties in de tumor op te sporen. Met zo’n moleculair onderzoek kan soms een doelgericht medicijn worden gevonden.

Hoe komt dat?

Hoe deze verschillen ontstaan is niet helemaal duidelijk. De onderzoekers van IKNL wijzen erop dat mensen met lagere inkomens vaker bijkomende aandoeningen hebben. Verder hebben ze vaker een slechtere conditie, ze zijn vaker zwaarder en roken vaker. Het helpt patiënten als ze voor de behandeling hun conditie verbeteren. De onderzoekers denken dat mensen met een lager inkomen dat minder vaak doen. Wat ook van invloed kan zijn is dat het voor mensen met een lager inkomen moeilijker is om naar het ziekenhuis te reizen. En deze mensen hebben vaker minder ‘gezondheidsvaardigheden’. Dat komt onder meer omdat kennis over ziekten voor hen moeilijker beschikbaar is. Dan wordt het lastiger om het gesprek met de dokter aan te gaan.

Nóg duidelijker zijn

De onderzoekers raden artsen aan nog duidelijker in gesprekken te zijn. Check of de boodschap goed is over gekomen. En leg goed uit hoe belangrijk een gezonde leefstijl is.