Met het speciaal tegen eczeem ontwikkelde middel dupilumab kunnen eczeempatiënten worden behandeld die geen baat hebben bij andere behandelingen of te veel last krijgen van bijwerkingen. Het Nationale Expertisecentrum voor Eczeem van het UMC Utrecht heeft een belangrijke rol gespeeld in het onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van dit nieuwe middel.

Tot voor kort was geen geneesmiddel beschikbaar tegen constitutioneel eczeem, waar alleen al in Nederland naar schatting zo’n 400.000 aan lijden. Deze vorm van eczeem wordt meestal behandeld met corticosteroïdzalven en/of afweeronderdrukkende medicijnen. Soms werken deze middelen onvoldoende of veroorzaken ze te veel bijwerkingen.

Het nieuwe geneesmiddel, dat begin dit jaar in Nederland beschikbaar kwam, is het eerste echt specifieke geneesmiddel voor behandeling van constitutioneel eczeem. Het middel werd onderzocht in een gecontroleerde studie in 10 Europese landen bij 325 volwassen patiënten met moeilijk te behandelen constitutioneel eczeem. Alle patiënten werden behandeld met een corticosteroïdenzalf. Een deel kreeg daarnaast gedurende vier maanden injecties met dupilumab, een ander deel werd geïnjecteerd met een placebo.

Volgens hoofdonderzoeker dr. Marjolein de Bruin-Weller, dermatoloog in het UMC Utrecht zorgde toevoeging van het nieuwe middel aan een corticosteroïdenzalf een significante verbetering van huidafwijkingen, zoals roodheid, huidverdikking, schilfering en krabletsels. Ook hadden patiënten minder jeuk, minder pijn aan de huid, minder slaapproblemen, minder depressieve gevoelens en een betere kwaliteit van leven. In de groep testpersonen met het middel traden niet vaker bijwerkingen op dan in de placebogroep. Wel werden kleine verschillen tussen groepen gevonden voor oogontsteking (vaker met dupilumab) en huidinfecties (minder vaak met dupilumab).