Groenvynck keek voor haar promotie-onderzoek hoe ouderen die overgang ervaren. Na het besluit om te verhuizen, duurt het vaak lang voordat het zover is. Daardoor blijven ouderen twijfelen over hun beslissing. Het telefoontje dat er woonruimte vrij is, komt dan toch onverwacht. Ouderen hebben vaak inmiddels een stabiele situatie thuis. Ouderen, naasten én zorgverleners voelen zich dan machteloos. De verhuizing gaat voor hen te snel.
Aandacht voor behoeften ouderen
Groenvynck ontwikkelde met haar mede-onderzoekers een model om zo’n verhuizing te verbeteren. Ouderen en mantelzorgers kunnen daarmee in kaart brengen wat hun behoeften zijn. Daarin is aandacht voor ondersteuning, communicatie, informatie, tijd en een partnerschap met zorgprofessionals. De onderzoeker wil dat er ruimte komt om te kijken naar alternatieven voor thuis óf het verpleeghuis. Verder pleit ze ervoor dat de verhuizing geleidelijk kan gaan. Ouderen en mantelzorgers kunnen dan wennen aan de nieuwe woonsituatie.