Het uitvoeren van pijnlijke activiteiten bij het pijnsyndroom CRSP-1 heeft een gunstig effect op de pijnervaring. Dat blijkt uit onderzoek van psycholoog Marlies den Hollander. Deze enigszins paradoxale uitkomst is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Pain.
Het complex regionaal pijnsyndroom type I (CRPS-1), ook wel posttraumatische dystrofie genoemd, kenmerkt zich door pijn in de armen en/of benen, meestal na het doormaken van een trauma. Deze pijn kan niet goed bestreden worden en is chronisch aanwezig. Omdat patiënten verwachten dat de pijn toe zal nemen door bepaalde activiteiten gaan zij deze situaties vermijden. Dit heeft grote invloed op het dagelijks functioneren van patiënten. Veel belemmeringen ontstaan door de angst om meer pijn te krijgen. Door deze activiteiten juist wel te doen neemt de de pijnervaring vaak af. Niet alle pijn vermindert, maar het dagelijks functioneren wordt makkelijker en het algemeen welzijn beter.
“Het onderzoek levert een enigszins paradoxale conclusie op dat je de pijn en de angst juist aan moet gaan om er minder last van te hebben”, aldus Den Hollander. “Juist na blootstelling aan bedreigende activiteiten daalden de ervaren beperkingen voor 90% van de patiënten. In sommige gevallen was het effect zes maanden na behandeling zelfs gunstiger dan direct na de behandeling, terwijl je vaak bij vergelijkbare studies ziet dat het effect weer wat afzwakt.”
Bron: Maastricht UMC+.