Onze Taal bespreekt ‘epateren’ op de website. Dit naar aanleiding van een citaat:
“Brands en Sterenborg epateerden het docentenkorps en de leerlingen graag door hun gesprekjes in het Latijn te voeren.”
Ter toelichting: Brands was rector en Wil Sterenborg* was leraar Nederlands op het Odulphus Lyceum in Tilburg.
Overdonderen
‘Epateren’ betekent verbluffen, overdonderen. Het woord komt van het Frans ‘épater’, dat dezelfde betekenis heeft. Het voorvoegsel ‘é’ betekent ‘uit’, en ‘patte’ betekent ‘poot’ of ‘voet’. De Fransen gebruikten het woord vroeger voor ‘de poot breken van iets (bijvoorbeeld een glas)’. En ja, je kunt wel zeggen dat je daarmee iemand uit evenwicht brengt, iemand overdondert.
Stevig op je voeten staan
Eerder zagen we in Potenpraat dat voeten en poten er in de Nederlandse taal niet goed vanaf komen. Met het woord ‘voet’ drukken we meestal iets negatiefs uit. Het woord ‘epateren’ laat juist zien hoe belangrijk het is om stevig op je voeten te staan. Laten we daarom vaker epateren.
* Kleine persoonlijke noot: Wil Sterenborg was mijn leraar Nederlands in de eerste twee jaren op de middelbare school. Hij gaf degelijk grammaticaonderwijs. Daardoor leerde ik veel spelfouten te voorkomen. Soms betrap ik mezelf toch op een foutje. Mijn innerlijke Sterenborg zet daar een rood streepje onder.