Tot nu toe was onduidelijk of het coronavirus verschilde van andere virale ziekteverwekkers als het ging om het infecteren van endotheelcellen die vervolgens inflammatie kunnen aanwakkeren en stolling kunnen ontregelen. Op basis van klinische observaties ontstond tijdens de eerste fase van de covid-19-pandemie al snel het idee dat het virus kon zorgen voor een verhoogd risico op trombose. Met behulp van verzekeringsgegevens maakt een Amerikaanse onderzoeksgroep nu aannemelijk dat de kans op het binnen 90 dagen krijgen van een klinisch significante veneuze trombose wel degelijk minstens 1,6 keer hoger ligt bij mensen die met covid-19 in het ziekenhuis belanden dan bij opnames in verband met influenza.
Het verhoogde risico op een longembolie of een diep veneuze trombose zagen ze zowel bij opnames in de tijd dat vaccins op de markt waren als daarvoor. Het percentage patiënten dat een aderafsluiting kreeg was voor de eerste vaccins 9,5 procent en daarna 10,9 procent, versus 5,3 procent voor mensen met een opname door influenza tijdens het griepseizoen 2018-2019.
Dit onderzoek, in combinatie met in april gepubliceerd onderzoek, suggereert dat het verhoogde tromboserisico niet alleen voor grote venen geldt, maar mogelijk ook voor de kleinste adertjes in de rest van het lichaam.